zondag 31 maart 2013

afl. 6 - Ties

‘Hé mooie!’
Anna knijpt in haar handremmen en met een schok komt ze tot stilstand. Die stem, ze zou hem uit duizenden herkennen. Zoekend kijkt ze om zich heen.
‘Hier!’
Als in slowmotion draait haar hoofd naar rechts. Zodra haar ogen hem vangen, komt haar adem golvend omhoog. ‘Jezus, nee,’ fluistert ze.

zondag 24 maart 2013

afl. 5 - De smaak van vroeger


Haastig komt Anna de ziekenhuiskamer binnen, het bezoekuur is bijna afgelopen. Raaf verwelkomt haar met een tedere, maar vermoeide blik. Zijn bed ligt bezaaid met kranten. Het is dag vijf, en hij mag nog steeds niet naar huis. Sinds de blindedarmoperatie is hij niet koortsvrij geweest, reden om ‘alert te blijven’, en hem ‘te monitoren.’ Anna gaat twee keer per dag op bezoek, ‘s middags alleen, aan het begin van de avond met Charlie. 

zondag 17 maart 2013

afl. 4 - Troost

In principe is de operatie goed gegaan,’ zegt de chirurg die Raaf zojuist geopereerd heeft door de telefoon. Anna verstart. In principe? Hoezo in principe? Haar ogen schieten naar Charlie, die op de bank televisie ligt te kijken.

zondag 10 maart 2013

afl. 3 - Bloody Mary

Op de ring van Maastricht is nog wat verkeer, maar zodra Anna die achter zich laat, strekt de snelweg zich leeg voor haar uit en drukt ze het gaspedaal diep in. Raaf ligt op de achterbank te slapen. De ruitenwissers slaan heen en weer, de radio speelt nostalgische nachtmuziek. Langzaam komt Anna’s hartslag wat tot bedaren.

woensdag 6 maart 2013

afl. 2 - Je kunt er ook om lachen

Het is al halftwaalf wanneer het pièce de résistente van het achtgangenmenu wordt opgediend.
‘Het is teveel,’ stamelt Raaf. Ook Anna duizelt het inmiddels van de talloze smaakindrukken, maar de ober steekt zijn riedel met een stoïcijnse blik af.
‘Voor u ligt een Schotse patrijs met zacht gegaarde zuurkool, krokant gebakken bloedworst en gelakkeerde buikspek.’
‘Mijn god,’ kreunt Raaf.

dinsdag 5 maart 2013

afl. 1 - Beluga

Het miezert in Maastricht, de avondlucht is wazig van de nevel. Met behoedzame passen loopt Anna over de glibberige keien van de Maasoever, Raaf steunend in haar kielzog. Al de hele weg blijft hij op haar achter. Ze probeert zijn geklaag over de regen en de afstand te negeren, tot hij voor de zoveelste keer vraagt waarom ze geen taxi hebben genomen.
‘Hou nou eens op, man. Je bent vijftig, geen tachtig.’